Literatuur
- Hulzen, A. van, Utrecht bij gaslicht. Den Haag (Kruseman), 1980cop.\2e druk. [251 blz. ISBN 90.233.0416.0]. Hierin "De gasfabriek van W.H. de Heus op het Vredenburg": blz. 61-63
- Heuvel, Marijke van den-, Fabrieken! Industrieel erfgoed in de gemeente Utrecht. Utrecht (Matrijs), 2010 [160 blz. ISBN 978.90.5345.401.5]. Hierin: blz. 129-131. ("De eerste Utrechtse gasfabriek werd in 1842 door Willem de Heus opgericht naast zijn koperpletterij op het Vredenburg. Hij maakte daarbij gebruik van een van de bastions van de zestiende-eeuwse dwangburcht Vredenburg. De Heus voorzag tot 1862 de binnenstad van gasverlichting")
- Hulzen, dr. A. van, "De gasfabriek van W.H. de Heus". In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 24-10-1990, blz. 13
- Ameshoff, Herman Arnold, De Utrechtsche Gasfabriek uit rechtskundig oogpunt beschouwd, proefschrift. Utrecht (J. van Boekhoven), 1887 [223 blz. ISBN -]. Hierin "Oprichting der fabriek": blz. 9-61 ("In het jaar 1842 was er door Burg. en Weth. een contract gesloten met den Heer W.H. de Heus, om gedurende een tijdvak van 20 jaren ge Gemeente met steenkolengas te verlichten).
- Willem Hendricus de Heus (1808-1872) (In 1841 besloot de gemeente om de openbare verlichting met olielantarens te vervangen door gasverlichting, De Heus kreeg in 1842 voor 20 jaar de concessie voor de levering van het gas. Voor de fabriek stelde de gemeente het noordwestelijke bastion ter beschikking, de oliemolen De Eendracht liet hij afbreken. "In de gewelven werden enkele gasovens gebouwd. Aangebouwd aan de koperpletterij werd de gasfabriek ingericht tussen de beide bastions [...] Het Spanjaardsgat bleef als steenkolenopslagplaats gehandhaafd. Nog tijdens de onderhandelingen met het stadsbestuur kocht De Heus de schouwburg op het Vredenburg van de erven van C. van Leeuwen. Toen een expansieve groei van zijn gasfabriek na een zestal jaar uitbleef, verkocht hij het pand door aan J.G.A. Bosch." Voor de bouw van een Korenbeurs had de gemeente het terrein van de koperpletterij nodig. De Heus weigerde lang, tot hij in 1868 van alles afstand deed voor ƒ 142.000. "De Heus bleef wonen in zijn huis aan de Rijnkade, waar hij op 17 februari 1872 overleed."), (bron: www.hetutrechtsarchief.nl/files/bestuurders/249.pdf, geraadpleegd: 07-10-2016)
- Riemsdijk, A.D. van, Drinkwater en grondboringen te Utrecht in 1870. Memorie aan de Gezondheidscommissie der stad Utrecht. Deel uitmakende van het verslag der verrichtingen van genoemde commissie over het jaar 1870. Utrecht (Van Boekhoven), 1871 [94 blz. plus 10 uitvouwbare platen ISBN -].
Hierin onder meer "Hoofdstuk I. Verschillende welwateren": blz. 13 (I, een put op het terrein der gesloopte gasfabriek van den
heer De Heus op het Vreeburg. Het water is bruin-geel gekleurd, het residu na uitdampen evenzoo; buitengewoon veel chamaeleon min. wordt door
het water ontleed (1/10 liter vereischt 9 à 10 CC. cham. oplossing.) Onbruikbaar.
K, een welput van het door den heer De Heus voor een viertal jaren gebouwde en met de fabrieksgebouwen aan de stad verkochte huis op het
Vreeburg. Het water was geel gekleurd door opgeloste org. stoffen; daarenboven te veel vast stof, kalk en keukenzout. Afgekeurd."),
na 16 (overzicht 27 publieke en private pompen en de kwaliteit van het water ervan. Onder I: "Vreeburg (een oude put) en K "Vreeburg (nieuw gebouw").).
- Giesen, Joke, "Mogelijk stankoverlast bij werk Catharijnesingel". In: Algemeen Dagblad - Utrechts Nieuwsblad, 23-11-2015, bijlage 'Utrecht', blz. 6
(Op 24-11-2015 begint het verwijderen van de resten van de noordwesttoren van kasteel Vredenburg. Het werk zal 3 tot 4 weken duren en
stankoverlast veroorzaken: een teerachtige geur, die weken blijft. "Doordat de vervuilde stukken onder water opgegraven worden, wordt de
overlast beperkt". Het gaat om een soort teer, die zich op de bodem van de singel bevindt en waarvan in 2010 een groot deel al is
verwijderd bij de bouw van TivoliVredenburg. De noordwesttoren is toen blijven zitten, maar moet nu verwijderd worden om het water in de
singel schoon te houden. "Helaas zijn deze resten van de noordwesttoren erg bros en is de creosoot in de scheuren getrokken, waardoor
reiniging van de resten volgens archeologen vrijwel onmogelijk is." In een commissiebrief heeft B&W de keuze gemotiveerd.
- Opmerking: aan te nemen valt dat de vervuiling afkomstig is van de
gasfabriek
die zich in de 19e eeuw hierin bevond. - Jean Penders - 0916.)